| Nr. 122
Beetje stroming. Het waait flink vandaag, dus onze twee kenteringsduiken hebben we omgewisseld voor een duik in de luwte (redelijk). Hier kan je altijd duiken. Het zicht zal niet meer dan een halve meter geweest zijn in het ondiepe. Ik dook in het midden en bij het uitzwemmen was ik opeens Eveline kwijt. Vijf seconden eerder had ik haar nog gezien. Met Pim gewacht, naar boven, en ze kwam echt vlak naast ons boven. Toen opnieuw geprobeerd met Eveline en Pim aan een lange buddylijn en ik in het midden (om ze uit te laten). Wat dieper was het zicht beter (alleen liep mijn bril steeds vol). Eveline vond een dunne, spitssnuitige zeenaald met brede banden. Pim vond twee grote hooiwagenkrabben bij elkaar en later zag ik er heel veel op het randje/muurtje op de terugweg. Ook een hele fijne/dunne die pootjes in de lucht stak. Alles was weer flink besponsd, inclusief de oesters. Ik zag opeens een heel klein vertikaal zwmmend zeenaaldje. Zijn rugvinnetje golfde heel snel heen en weer. Schattig. Op weg naar de boot zwom ik over een groene wierslak heen die op roood wier zat en lekker heen en weer aan het wapperen was. Mooie grote donkergroene met lichtblauwe spikkeltjes. |
| |
