nr. 181 Duik langs een steil rif, met stroming mee. Het was er mooi, maar ik zag er eerst niet veel bijzonders. Paar schorpioenvissen. Paar pyjama-slakken. Een wratslek met blauw en geel. Blauwgestippelde rog. Een gek mini- garnaaltje in een holletje met stippels op z'n scharen die eten aan het vangen was met voelsprieten. Drie liggende schildpadden. Zeekomkommers wit-met-bruin. Maar oh oh oh wat was het daarna gaaf. Sepia ('broadband cuttlefish) met uitsteeksels gezien, mooi ekleurd bruin- gemeleerd met felblauwe stipjes aan de randen. Zwarte kogelvis/koffervis met blauwe streen. Eva, de gids, wees twee kleine harige krabben aan, zich verschuilend in een bolletjes anemoon: orang oetan krabben. Moeilijk te zien. Toen zag Jim een peacock mantis shrimp die rond liep! Zo mooi. Zo gaaf. Zoveel kleuren. Daarna vond Eva een grijzige steenvis. En daarna een blauwige hengelaarsvis ('painted frogfish') in een blauwige pijpenspons. Daartussen hield hij zig vast met zijn vinnen. Deze was veel gladder dan de zwarte hengelaarsvis. Bij zeeschildpad vond ik twee gave slakken. Witte basis met blauwe, groene en gele randen en blauwe en groene banden op de voelsprieten, bruine streepjes op het lijf en heel veel franje kieuwen midden op het lijf. |
| |