Meer aandacht voor veilig duiken

Jaarlijks worden er in Nederland zo’n half miljoen duiken gemaakt. Soms loopt de ontdekkingsreis onder water niet goed af en houdt de sportduiker blijvend letsel over aan het avontuur of komt zelfs te overlijden.

Hoewel preventie en de meeste elementaire Eerste Hulp bij Duikongevallen (EHBDO) standaard deel uitmaken van de diverse opleidingen, zijn lang niet alle sportduikers op dit gebied even goed voorbereid. De Oosterschelderegio wordt, als internationaal populair duikgebied, regelmatig met die donkere kant geconfronteerd. Om het ongevallencijfer verder terug te dringen en vooral ook een snelle en adequate hulpverlening te bevorderen, heeft de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) een specialisatie ’Redden’ ontwikkeld.

De gerichte cursus is specifiek bedoeld voor de meer ervaren (driesters) duikers, vertelt NOB-beleidsmedewerker Rianne Wassing. „Uit de ongevallenregistratie blijkt dat vaak veel te nonchalant wordt omgesprongen met elementaire zaken als luchtberekening en het controleren van het materiaal voor de duik. Dat geldt dan met name voor die zogenaamde ervaren duiker. Die heeft vaak zo’n houding van: “ik weet het wel en dat komt wel goed”. Maar in de praktijk gaat het juist onder die groep duikers nogal eens mis.“

In Nederland komen jaarlijks zeker meer dan honderd duikers in de problemen. Niet iedereen meldt een ongeluk, daardoor blijft het gissen naar exacte cijfers. Ongeveer een tiental per seizoen moet de uitvoering van de populaire sport met de dood bekopen. Dat lijkt zeer drastisch, maar naar verhouding valt het nog mee, zegt Wassing. “Leg de duiksport maar eens naast de paardensport, dan blijkt dat het in die tak vele malen slechter afloopt. Of neem voetbal, hoeveel mensen met blessureleed loopt er in dat wereldje niet rond? Het grote verschil met de duiksport is, dat die wordt beoefend onder water, in een omgeving waar de mens standaard niet thuishoort. Dus als er dán iets misgaat, is het meestal ook gelijk goed raak.”

Waar de Arnstersduiker primair leert in de ideale omstandigheden zijn eigen veiligheid in acht te nemen, moet de tweesters ook bij nacht en ontij in staat zijn de buddy te hulp te schieten. De driestersduiker moet na het volgen van de reddingsspecialisatie vooral ook bij noodsituaties zélf de nodige reddende handelingen kunnen verrichten en hulpacties kunnen coördineren.

Specifieke aandacht is er ook voor een juiste melding van het ongeluk, zodat hulpdiensten niet nodeloos hoeven te zoeken naar de onheilsplek en eventueel gelijk gespecialiseerde artsen kunnen worden opgetrommeld. Daarnaast wordt uitgebreid stilgestaan bij de markering van de plaats waar een onfortuinlijke duiker zich mogelijk nog onder water kan bevinden en welke zoekpatronen het beste kunnen worden gezwommen om het slachtoffer te vinden. De NOB-specialisatie kan alleen worden gevolgd bij de aangesloten duikverenigingen. In Zeeland zijn zeven bondsclubs actief, waarvan onder meer de Schouwse Onderwatersportvereniging Scaldis opleidingen verzorgt.

pzc
ydiver
bla@bla.nl
Toch wel jammer dat de NOB daar nu pas mee komt.
Cock
prive@simons.nl
Ik denk dat zo”n cursus open zou moeten staan voor alle duikers. Als de “ervaren” nu de fouten maken zullen de mindere ervaren duikers ( die de fouten niet maken omdat ze net een cursus hebben gehad waarin behandeld wordt dat je NOOIT tot je grenzen moet gaan )deze “duikers”kunnen gaan helpen.Het valt wel op dat de hogere gebreveteerde duikers uiteindelijk de meeste fouten maken omdat ze denken dat ze het wel weten.

benjerry
jstreutker@orange.nl
ten eerste een vraag is het bewezen dat gevorderde duikers vaker in problemen komen ik dacht dat het voornamelijk mensen waren die onder uber ideale omstandigheden hebben leren duiken en dan het hier een keer proberen en dat zich helemaal de pleuris schrikken van het zicht e.d. In het begin van de opleiding leer je al vrij snel de eventuele risico”s naar mate je verder leert leer je ook meer over die risico”s zodat je ten alle tijden weet waarmee je bezig bent.

Geef een reactie