Nr. 102
Het schemerde nog maar net toen we erin gingen, maar het was al wel best donker onder water. Hoop schorpioenvissen, zowel rode ('puistige') als bruine. Veel heremietkreeftjes, waronder twee grote rode anemoondragers met 4 of 5 grote onemonen op de rug. Drie wegzwemmende grijsblauwige palingen. Vier over de stenen kruipende octopussen, die niet boos op ons werden, maar lekker gecamoufleerd doorwandelden. Roze wolkrabje. Doorzichtige garnaal met witte buik (eitjes?). Twee soorten zeesterren, bruin met groen, de gewone kamster en de stekelige marthasterias. Grote, rode vis die wegzwom. Veel rode mus (of koning van de poon) op de bodem met rood en wit gevlekt. Grote kabeljauw met van die voelsprieten aan z'n kin. En een monster zeepaling (conger conger) zo dik als mijn been. Ik wild naar Pim schijnen en die paling rustig en langzaam doorzwemmen. Opeens slokte hij supersnel een visje op met zijn enorme bek. We konden hem lang volgen. Die ogen... supergroot en omrond. Hij zwom onder een steen. Ikke eronder kijken. Ikke schrikken. Jezus wat een groot beest met z'n lange slangachtige, grijsblauwe lichaam en lange rugvin. Supertof. Toen vond Pim ook nog een sepia (~30 cm) alsof het nog niet genoeg was geweest. Die vond ons niet vervelend en kwam steeds dichterbij, naar Pim's lamp toe. Hij bleef rustig hangen, met z'n golvende flapje, en van kleur veranderen. Gaaf. |
| |