Duik 840. Het is jaren geleden dat ik deze stek nog eens heb aangedaan. We gaan ruim drie kwartier vóór de kentering te water, volgens het getijdenboekje toch, en ik merk meteen al bij het ondergaan dat er iets niet klopte. De vloed was reeds serieus ingezet. Bovendien was het zicht een stuk slechter dan vanmorgen maar ik kan mij troosten dat we pal op de blokken zitten. Op diepte gekomen zien we de één na de andere grote donderpad, ook veel platvis komt in het licht van onze lampen te liggen. Naarmate we stijgen wordt het zicht nog minder maar toch amuseer ik mij tussen de mooi begroeide turfblokken. Plots staan we oog in oog met een jonge kabeljauw van naar schatting 30 cm. Het dier is echter gekwetst en doet dan ook niet veel moeite om zich uit de voeten, of moet ik zeggen ''vinnen'' :-), te maken. Een grote Noordzeekrab kruist ons pad en ook de alom tegenwoordige kreeften zijn van de partij. Na 54 minuutjes houden we het voor gezien want de stroming wordt alsmaar sterker en veiligheid gaat voor. |
| |