Duik 1023. We zitten met de club in Wemeldinge maar door de
stormachtige Noordwestenwind is het niet aangeraden om in die
contreien te gaan duiken. Uitwijken naar de overkant is de
boodschap. Het vrij goede zicht is het eerste wat me opvalt op het
moment dat we kopje ondergaan. Filip heeft wat last van het oren
klaren en bijgevolg zakken we zeer, zeer traag. Een blauwe haarkwal is
het eerste wat we kunnen noteren op ons lijstje. Even later een
duimdikke zeenaald. Na een 10-tal minuutjes op onze maximum
diepte vertoeft te hebben, beslis ik om de wierzone (0-6 m) op te
zoeken. Het zonlicht die doordringt tot deze diepte zorgt ervoor dat
het landschap al z´n kleurenpracht ten toon kan spreiden. De vele
rütgensparrgrondeltjes die tussen de roodwieren zwemmen zijn zowat
de enige visjes die we vinden. Verder natuurlijk van tijd tot tijd een
mooie kreeft en de vele krabbetjes maar dat is het zowat. Net voor het
beëindigen van de duik kan ik Filip nog enkele harige
porceleinkrabbetjes tonen die zich verscholen onder een steen. NOOT:
indien je stenen omdraait; ALTIJD de steen voorzichtig terug plaatsen
om de fauna onderaan de steen niet te beschadigen. Met een toch
min of meer voldaan gevoel steken we ons hoofd na 48 minuutjes
boven water en kunnen we polsen naar de ervaringen van de andere
clubleden. |
| |