| Nr. 98
Na de tour de France gezien te hebben, zijn we snel gaan duiken om er op de kentering in te gaan. Deze keer gingen we met de stroom mee. Dezelfde stek, dezelfde dag, dus een beetje dezelfde dingen gezien. Weer oneindig veel brokkelsterren. We zagen ook de scheidingslijn, waarna ze opeen ophielden: de brokkelstergrens. Weer een boel boomplesslakken, die al snel minder bijzonder werden. Af en toe een kreeft. En toen plots geen zicht meer. Geen hand voor ogen. Donker. Erwtensoep. Erwin kwijt, maar hij vond me terug. Duiken in de stofwolk was suf. Naar boven. Stukje verder gezwommen. Naar beneden. Beter zicht. Mooie zeeanjelieren, maar niets echt heel spannends. Ik vond het wel mooi geweest met dat duiken. BIj het trapje eruit. |
| |
