Nr. 121
Stroming. In Nederland moet je nooit met z'n drieen duiken, volgens de NOB. Meteen maar even de allereerste keer bewezen dat je dan inderdaad je buddy's kwijtraakt. Langs de ankerlijn naar beneden, Erwin achter me, bodem bereikt, lamp gepakt en opeens zijn ze weg: ankerlijn losgelaten. Gewacht, maar had geen zin. Elkaar boven wel weer teruggevonden. Ze moesten een eindje terugzwemmen. Tweede keer ging het beter. Ankerlijn tot aan het anker gevolgd. Twee keer (kort) vechtende krabben gezien. Hooiwagenkrabben. Een palinghoofdje in een holletje. Twee grote garnalen met eitjes aan hun buik geplakt. Met hun vele pootjes wapperden ze er vers water overheen. Heel veel grote spons: het leek bruin, maar dat kwam door het zand. Na afstoffen bleek het eigenlijk geel te zijn. Leuk dat er ook weer dingen op groeiden. Erwin begreep me niet onder water. Eveline wel, maar ja, hij zat in het midden, dus maar met hem meegezwommen. Oorkwal aan de oppervlakte. We doken trouwens langs een (holle) wand met weel druipsponsslierten (oranje en wit) en af en toe belabberd zicht. |
| |