De duikstek Plompetoren is genoemd naar de nog overgebleven toren van het in zee
verdwenen dorp Koudekerke.
Als je vanaf de grote parkeerplaats bij de toren wilt duiken, moet je eerst een ondiep
stuk oversteken voordat je bij de vaargeul komt. Vanaf de parkeerstrook langs het water
(meer naar het westen) ligt het diepere gedeelte dichter bij de kant.
Omdat er hier over een groot gedeelte een weg loopt vlak langs het water is deze
duikplaats ook zeer geschikt voor een driftduik.
Flora & Fauna
Veel duikers hebben met de duikplaats Plompe toren een soort haat liefde verhouding.
Vaak is het zicht zo slecht dat duikers zich afvragen, wat ze daar in godsnaam aan het
doen zijn, maar tijdens die spaarzame momenten dat je wel goed zicht hebt is het hier
zeldzaam mooi.
Vooral de afwisseling van landschap en de begroeiing is hier enorm. Vanaf de kant kom
je vrijwel meteen op een gedeelte dat bezaaid is met stenen die geheel bedekt zijn met
Oesters. Iets dieper afgewisseld met stenen die begroeid zijn met Zeeanjelieren, of met
gedeelten die zo bedekt zijn met brokkelsterren dat het wel een levend tapijt lijkt. Als je
nog weer dieper gaat, beneden de 20 meter, wijzigt de begroeiing weer geheel en kom
je meer zeldzamere dieren tegen zoals Waaierkokerwormen, Dodemansduim en zelf
Zeedahlia’s. De diepste delen van deze duikstek lijkt op meer op de bodem van de
Noordzee dan op die van de Oosterschelde. Op de licht gegolfde zandbodem zie je hier
af en toe een Slangster die zich opmerkelijk snel kan verplaatsen. Als je geluk hebt kun
je hier ook tegen een mooi begroeid flink uit de kluiten gewassen anker aan zwemmen.
Kortom hier is goed te merken dat deze duikplaats vrij westelijk is gelegen en dus meer
onder de invloed ligt van de Noordzee. Veel diersoorten zijn hier talrijker en soms ook
groter dan bij de meer oostelijke gelegen duikplaatsen. |
| |