Zo’n 280 scheepswrakken liggen voor de Belgische kust op de zeebodem. Dankzij het Europese Machuproject worden die nu intensief onderzocht. Het schip De Zeeleeuw wordt klaar gemaakt om af te varen. Voor klussen in dieper water doen maritieme wetenschappers er geregeld een beroep op. Vier jonge duikers, met elk meer dan honderd Noordzeeduiken op hun naam, checken hun apparatuur.Die dag zijn twee duiken naar scheepswrakken gepland. De maritieme archeologen hebben de timing minutieus becijferd. Ze hebben een “duikvenster” bepaald, een tijdspanne waarin het ideaal is om onder water te gaan.
Rekening houdend met het uitvaren en het lokaliseren van het wrak, zouden ze op het juiste moment tot actie moeten kunnen overgaan. Dat is op de kering tussen eb en vloed. Dan is de stroming het kleinst en lopen ze het minste risico om af te drijven.
Van het eerste wrak, dat ze in de voormiddag aandoen, is nog weinig bekend. Een visser meldde in 1996 zijn ligging nabij de Vlakte van de Raan. Op dit moment hebben de wetenschappers nog niet veel meer informatie dan de kwadrant en de oriëntatie. Het wrak is nog niets meer dan een werkcode: B126/309a.
lees meer op: de standaard